Met de projectonderzoeksnota en de inspraakperiode zijn de eerste stappen in de uitwerkingsfase van de Nieuwe Sluis Zeebrugge gezet. In de geactualiseerde versie van de projectonderzoeksnota worden alle mogelijke alternatieven binnen de Visartsite beschreven. Om uiteindelijk een keuze te kunnen maken voor een van de alternatieven, moeten er eerst nog verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Jan Goemaere, voorzitter van de taskforce, vertelt over de volgende stappen in het project.
Jij bent voorzitter van de taskforce van de Nieuwe Sluis Zeebrugge. Wat is de taak van die taskforce?
Jan Goemaere: “De taskforce is het team dat het complex project aanstuurt. We zorgen voor de voorbereiding en ondersteuning van de besluitvorming van de Vlaamse Regering. De leden van de taskforce zijn de beleidsdomeinen Mobiliteit en Openbare Werken, Omgeving en Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid, stad Brugge, MBZ, Infrabel en gemeente Knokke-Heist. Daarnaast treden de kabinetten van minister Lydia Peeters en van provinciegouverneur Carl Decaluwé op als waarnemer.
De projectonderzoeksnota was de eerste stap in de uitwerkingsfase van het project. Hoe verloopt het proces nu verder?
Jan Goemaere: “Wanneer de geactualiseerde projectonderzoeksnota er ligt, starten we met het onderzoeken van de redelijke alternatieven. Het doel van de onderzoeken en studies is om de alternatieven te verfijnen en uiteindelijk een keuze te maken voor één alternatief dat kan worden uitgevoerd binnen de Visartsite.”
Wat wordt er dan precies onderzocht?
Jan Goemaere: “Er zijn verschillende soorten onderzoeken nodig. Belangrijk is de opmaak van het leefbaarheidsplan. Daarvoor onderzoeken we welke milderende maatregelen we kunnen voorzien. Daarnaast maken we ook een milieueffectenrapport, waarin we de effecten die de alternatieven hebben op het milieu en de omgeving nagaan. We onderzoeken onder andere de impact op geluid, trillingen, mobiliteit en de mens. Verder zorgen we ook voor een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Die MKBA onderzoekt de kosten en baten van de alternatieven om nadien een van de alternatieven te kunnen aanbevelen. Tot slot komen er ook technische studies aan bod, zoals het nautisch onderzoek. Dat zijn de studies in een notendop. Voor een meer gedetailleerde uitleg over de onderzoeken verwijs ik de lezers graag door naar de projectonderzoeksnota op de website.”
Hoe lang zullen deze onderzoeken lopen?
Jan Goemaere: “Volgens de huidige timing starten we ermee in september van dit jaar. De onderzoeken lopen door tot midden 2021. Die timing houden we aan onder voorbehoud van wijzigingen in het proces en de resultaten van de inspraak op de projectonderzoeksnota. Het laatste nieuws over het project en de timings plaatsen we steeds op de website.”
Wordt er bij de studies ook rekening gehouden met de omgeving?
Jan Goemaere: “In deze stap gaat er veel aandacht naar de verdere uitwerking van de flankerende maatregelen die het effect van de werken voorkomen, milderen of compenseren. Daar zorgen we onder andere met het milieueffectenonderzoek voor, maar ook met de opmaak van het leefbaarheidsplan.”
De inspraakperiode rond de projectonderzoeksnota is net afgelopen. Is er de komende tijd ook ruimte voor inspraak en participatie van de omgeving?
Jan Goemaere: “Absoluut. Complexe projecten vragen veel studie- en onderzoekswerk, maar de mening van de omgeving is hierbij ook heel belangrijk. Inspraak en participatie blijven dan ook noodzakelijk en zullen vanaf nu vooral kaderen binnen het leefbaarheidsplan. Daarom voorzien we deze zomer een bevraging en starten we in het najaar met een participatietraject voor de directe omgeving. Zo kan iedereen mee nadenken over hoe we de sluis en de Nx het best kunnen inpassen in de omgeving. Via de projectwebsite houden we iedereen op de hoogte over de bevraging en het participatietraject.”